Deze week heb ik een aantal minimalistische composities om te laten zien, waaronder eentje met een olijftak en eentje met een ginkgotak.

Deze composities zijn landschappen in hun meest gereduceerde vorm: een plant, een of meer vormen en kleuren. Ze hebben allemaal een betekenis, bijvoorbeeld “boom bij zonsondergang”.

Het is een oefening in weglaten. Ik zie een beeld of heb er een in gedachten en vraag me af wat kan ik weglaten of wat moet blijven om de basisindruk te behouden, bijvoorbeeld “herfstlandschap”?